Koen Fillet gaat ondertussen door met leven en werk
zaterdag, mei 31, 2008
Volmondig
Moge wij Europeanen, Europeanen blijven.
De grote kracht van de Europese beschaving is de twijfel. Wij weten niets met zekerheid.
Dat zegt vandaag in De Standaard - met aan zekerheid grenzende stelligheid - Flemming Rose, chef cultuur van Jyllands-Posten. U weet wel, Jyllands-Posten. Flemming, wat een merkwaardige voornaam.
Vorige zaterdag ging het in Ongehoorde Meningen over de duivel, naar aanleiding van een krantenberichtje over een exorcistencentrum in Polen. Dit geheel terzijde, ik wil u alleen maar vertellen dat onze vriend de duivel mij de kans heeft gegeven om George Jones binnen te smokkelen op Radio 1. "Jesus, take the devil out of me" paste perfect bij het onderwerp. Voici een muxtape met als fil rouge: country!
1. George Jones - Take the devil out of me. In de VRT-discotheek is dit niet te vinden. Dat hoeft niet te verbazen, het is een b-kantje dat ik ken dankzij Theme Time Radio Hour, een programma van Nonkel Bob. Net als Tip Top.
2. Elvis Costello - Sittin' and Thinkin'. In 1981 kwam "Almost Blue" uit, een Costello-LP vol countrycovers. In 1981 kwam ook "Het Grote Blufboek" van Paul Jacobs uit, dat een gids wou zijn die vertelt met welke opmerkingen, welke namen, welke vragen u voor de dag moet komen om op gehoorsafstand van kenners te schitteren als een echte intellektueel. Intellektueel met een k. Daarin lazen wij, beginnende jarentachtigers, onder het lemma Country music: is hopeloos uit. Niet ter sprake brengen, hetzij dan om hartelijk om te lachen. In die sfeer bracht Elvis Costello dus die countryplaat uit. Er zat een sticker op de hoes: Warning! This album contains country & western music & may produce radical reaction in narrow minded people". Dankzij Elvis zag ik het licht.
3. Lyle Lovett - Give back my heart. Nog zo'n gidsplaat die mij richting het ware werk stuwde. De wet Fillet zegt: nummers waarin ge-woewoewoed wordt zijn altijd ok.
4. Conway Twitty & Loretta Lynn - You're the reason our kids are ugly. Om hartelijk om te lachen, Paul. Conway: Besides that, all of our kids look after your part of the family anyways. Loretta: Oh they did, uh? What about the one that's bald?
5. Dolly Parton, Linda Ronstadt & Emmylou Harris - Those Memories. Dat Emmylou Harris ok is, had ik tamelijk snel door. Maar Linda Ronstadt? En Dolly Parton? Fout, fout, fouterdefout. Dacht ik. Narrow minded als ik was. Tot Trio uitkwam, van de drie madammen samen. Parels.
Die toverheks achter Dolly Parton is David Lindley.
6. Hank Williams - I'll never get out of this world alive Grappige tekst, moet Hank gedacht hebben. Het werd zijn laatste single. Op nieuwjaarsdag 1953 ontsnapte hij aan de wereld, inderdaad niet alive. Het verhaal is bekend: 29 jaar, achterbank van een lichtblauwe Cadillac, heroine, drank, dood enfin. Niet om te lachen.
7. The Cackle Sisters - Arizona Yodeler. Hank liet daarnet zijn stem een paar keer jodelachtig overslaan, de Cackle Sisters gaan voluit. Eigenlijk was DeZurik hun familienaam. Jodelen is altijd fout, behalve in Oostenrijk en onder een cowboyhoed. Daag me niet uit of ik maak een jodelmuxtape.
8. The Dinning Sisters - Turn your radio on. Opvallend veel sisters en brothers in het countrygenre. De basis van al die zangcarrières is mogelijk gelegd aan de afwas, hét ultieme moment voor samenzang. Gooit buiten die machine en zingt!
9. The Louvin Brothers - The Great Atomic Power. Broers dus. Loudermilk heetten ze in het echt. Ira speelde mandoline, Charles gitaar. Ira was daar gefrustreerd over, mandoline vond hij een beetje een onnozel instrument. Het kwam tot een breuk nadat hun producer voorstelde om Ira's mandoline te vervangen door een elektrische gitaar.
10. Alison Krauss & James Taylor - How's The world treating you. Liedje van diezelfde Louvin Brothers. Staat op de tribute-CD Livin' Lovin' Losin'. Ik weet nog precies waar ik was toen ik dit voor het eerst hoorde. En ik weet ook dat ik tranen in mijn ogen kreeg. Ja, ik ben een watje.
11. Roland & Sanne - Make love to me. Eens je qua country een bepaalde grens bent gepasseerd, wordt alles mogelijk. Bijvoorbeeld dat je een plaat van Sanne in huis haalt, dé Sanne, van Eric Van Neygen, en van de kus, enkel en alleen omdat er een schitterend duet met Roland op staat. Dé Roland.
12. Gillian Welch & David Rawlings - Dear Someone. Zo simpel. Zo simpel. Mannekes mannekes. Simpel en schoon.
Het Napoleonboek van Martin Bril is een bron van lering en vermaak. Over de terugtocht uit Rusland:
De paarden gingen aan de lopende band dood en werden opgegeten door hongerende soldaten - zo erg was het op het laatst, en zo koud, dat soldaten van voor hen lopende paarden de billen afsneden om te eten. Dat vlees hoefde je niet te koken of te braden (het was al warm, nou ja, niet bevroren) en je kon het zo opeten, als je snel was - anders sloeg de soldaat die naast je liep je schedel in. De wonden van de paarden bevroren intussen zo snel dat de dieren gewoon doorliepen, als je tenminste geen spieren doorsneed.
Als Bril beschrijft hoe gretig Napoleon op zijn nieuwe bruid zit te wachten terwijl Marie-Louise van Oostenrijk naar Compiègne rijdt, gebruikt hij een zin uit 'Je Veux de l' Amour'.
Napoleon wilde Marie-Louise, 'maintenant, tout de suite, heute nog, verdomme', om met Raymond van het Groenewoud te spreken.
Bijna correct, op het woordje nog na. Raymond zingt 'maintenant, tout de suite, heute godverdomme'. Mogelijk heeft Martin Bril dat écht verkeerd verstaan. Het kan ook dat hij bang is voor de Bond tegen het Vloeken.
Vanavond moet dat boek uit. Ik wil aan Moby Dick beginnen.
Het is zondagochtend. Het is bewolkt en grijs en toch sta ik in short en op sandalen. Wegens lui en toch niet van plan om buiten te komen vandaag. Maar de lege koelkast dwingt mij tot de vraag Kan ik zo naar de supermarkt.
(Zij) -Bwa ja.
Ik kijk nog eens naar mijn spiegelbeeld en naar mijn harige benen. Ik had gehoopt dat (zij) nee zou zeggen en mijn twijfel zou bevestigen. (Kind 1) komt de trap af en schudt van nee, niet doen papa. Twijfel compleet. De democratie dan maar en de wil van de meerderheid: ik doe een peiling bij de overige gezinsleden.
(Kind 2) -Perfect papa, en laat me nu gerust, ik moet studeren. (Kind 3) -Ge moest al weg zijn, straks is de GB gesloten.
Bericht voor die iemand die surft vanop een Leuvense kotnet-host en van 17u37 tot 20u03 mijn blog heeft zitten uitpluizen: Allez, blokken zenne. Begint eraan of ge gaat er niet komen. 't Is voor uw eigen goed. Zet die computer uit. En ik dank u voor uw aandacht.
Het vechten was tot laat in de avond doorgegaan. Iedereen verging van de honger. Napoleons kok stuurde er een paar soldaten op uit om zo snel mogelijk wat eetbaars te organiseren (...) Ze kwamen terug met een kip, enkele uien, olijfolie, tijm en knoflook. Hieruit ontstond Poulet à la Marengo, een beroemd gerecht dat ik nog nooit ergens op de kaart heb zien staan.
Daar keek ik van op. Met mijn beperkte gastronomische kennis meende ik dat Martin Bril het belangrijkste ingrediënt onvermeld laat. Rivierkreeftjes. Dat maakt die kip Marengo zo bijzonder: de vreemde combinatie van gevogelte en gekreeftte. Dacht ik dus, maar ik dwaalde. Op het internet wemelt het van de poulets Marengo sans rivierkreeftjes. Dit is de mooiste:
Sauteer een kip in olijfolie - een ‘Poulet Marengo’ uit de boter is er geen - giet de olie bijna geheel af en stoof in de rest een drietal mooie van schil en pitten ontdane tomaten en een geplet teentje knoflook,
of wel het laatste met eenige tomatenpuree; voeg daarbij 1 d.L. witten wijn en het nat der champignons en laat inkoken. Als ge deze kip met olijven wilt hebben, ontpit ze dan en zet ze een halven dag te voren in lauw water om ze ontzouten, voeg ze tegelijkertijd met wat champignons bij de saus en warm er de kip in, die niet meer koken mag. Natuurlijk wordt de saus ontvet, licht gebonden, en zoo voorts.
Aldus J.F.W.Werumeus Buning in 100 avonturen met een pollepel. Terug naar Martin Bril. Want een paar bladzijden vroeger staat in zijn "De Kleine Keizer" wel een duidelijke fout:
Officiëel ging hij dood aan kanker, maar ook is er het verhaal dat hij zou zijn vergiftigd met arsenicum, een stof die in heel lichte dosering voorkwam in de lijm waarmee het behang in het huis op Sint-Helena was vastgeplakt, lijm die door het vochtige klimaat nogal wat gassen afgaf.
Dat is correct, op het woordje lijm na. Het arsenicum zat niet in de lijm, maar in de motiefjes op het behang. Groen, gedrukt met een pigment dat in die tijd populair was: groen van Scheele. Prachtige kleur. Maar wel giftig. Gifgroen zoals ze zeggen, ha! Jammer dat Bril daar tijdens zijn research niet is op gestuit, want dan had hij een prachtig verhaal kunnen toevoegen aan zijn boekje. De auteurs van Jongens & Wetenschap 2 hebben die kans niet laten liggen. Ik citeer, met toestemming van die auteurs:
Maar was het behangpapier op Sint-Helena groen? Ja. Dat weten we dankzij Shirley Bradley. Dat is een Britse mevrouw die in 1980 aan de BBC vertelde dat ze een oud plakboek op zolder had liggen van iemand die in 1823 naar Sint-Helena was gereisd. Het eiland was meteen na de dood van de keizer een soort bedevaartsoord geworden voor Napoleonbewonderaars. Die pelgrim had een stukje van het behangpapier van de sterfkamer van Napoleon mee naar huis gesmokkeld en in dat plakboek bewaard. Een onooglijk flintertje papier, met daarnaast deze notitie: "This small piece of paper was taken off the wall of the room in which the spirit of Napoleon returned to God who gave it." Een bloemmotiefje in groen en goud, en na chemische analyse bleek er inderdaad arsenicum in te zitten.
Gaan zitten en tikken, dat is de truuk. Ook als je denkt dat er niks gaat komen. Er komt altijd wat. Het stukje van Linda waar dit een antwoord op is, leest u vandaag in Knack Weekend.
Al die reizen van jou, Linda. Nu Hong Kong weer. En soms zucht je en zeg je dat je liefst van alles thuis bent en dan vinden de mensen je verwaand.
Ik leef met je mee want ik heb ook net een reis gemaakt. Per schip. Ik ben naar Hemiksem gevaren, aan de overkant van de Schelde. En meteen weer terug, ik moest namelijk niet in Hemiksem zijn. Mijn dochter stond daar aan de overkant en op haar leeftijd lever ik haar niet zomaar uit aan de grijpgrage handen van een scheepsbemanning. Al betreft het in dit geval slechts de bemanning van een overzetboot, een vader kan niet voorzichtig genoeg zijn: ik ging haar dus halen.
Ik koos een plek bij de reling. Stuurboord, achtersteven. En waaran denkt een landrot als hij een scheepsdek betreedt? Inderdaad. Weet je Linda, dat die Titanic twee zusterschepen had en dat één daarvan, de Britannic, ook is vergaan? Tijdens de Eerste Wereldoorlog. Niet tegen een ijsberg aangevaren, maar tegen een Duitse torpedo.
Ik kijk naar de woeling in het water die de schroef veroorzaakt en heb medelijden met de vissen. De slachtoffers van de scheepsramp met de Britannic zijn niet verdronken, maar vermalen. Twee reddingssloepen kwamen in de draaiende schroef terecht toen ze naar beneden werden getakeld van het slagzij makende schip.
Daar moest ik aan denken terwijl ik naar mijn dochter wuifde: aan rondvliegende ledematen en de verkleuring van het water en aan die ene vrouw die nog net op tijd uit haar sloep kon duiken. Violet Jessop heette ze. Ze was stewardess. Eerst op de Olympic, het oudste van de drie zusterschepen. Ze was aan boord toen de Olympic in 1911 in aanvaring kwam met de HMS Hawke. Zware averij, maar ze waren vlakbij de Engelse kust en het schip bleef boven water. Violet Jessop werd overgeplaatst naar de Titanic. Ook die scheepsramp overleefde ze. En toen op 21 november 1916 zusterschip drie zonk, de Britannic, was ze er voor de derde keer bij. Ze hoorde de ontploffing, besefte dat ze zouden zinken en is nog snel haar tandenborstel gaan halen. Want dat had ze onthouden van de ramp met de Titanic: een tandenborstel had ze het ergst gemist nadat ze gered waren.
Verfilmen, dat leven. En je ogen toeknijpen als de reddingssloepen in de schroeven terecht komen, Linda.
Britain's Got Talent is stillekesaan een wereldwijde hype, ook in contreien als de onze, waar je via de reguliere dakantenne niet eens kan kijken. Zelfs een vent als ik, met haar op zijn borst enzo en pinnekesdraad rond zijn bovenarm getatoueerd, moet geregeld een traan wegpinken en een krop wegslikken. Straf gedaan van ITV.
Hij begon voluit te lachen en ik had nog bijna niks gezegd. Alleen "Dag meneer Chevalier, u spreekt met Koen Fillet van Radio 1." Dat gelach bracht mij van mijn melk.
-Euh, meneer Chevalier, ik zal even doen alsof ik u niet hoor lachen en zeggen wat ik te zeggen heb: ik wil u uitnodigen voor het programma Ongehoorde Meningen op Radio 1. Hebt u daar tijd en zin voor? -Mijn excuses dat ik zo lach, meneer Fillet, maar ik had net De Standaard aan de lijn. Die sturen deze middag Marc Reynebeau op me af, nog zo iemand waartegen ik onmogelijk nee kan zeggen. En nu u...
Hij wou dus komen, ik moest maar een heel klein beetje aandringen. Voor De Keien van de Wetstraat van vrijdagavond had hij afgebeld. Op aanraden van zijn vrouw en zijn kinderen.
Of zijn sympathie voor mij en Marc Reynebeau oprecht is, ik ben daar achterdochtig over. Maar we kunnen die mogelijkheid niet uitsluiten.
De omroepster stapt met een groen jurkje over een kapstok de lift in. Allez hoe heet ze, ik zou het duizend keer zeggen.
-Nee jong, ik heb aan de 20km van Brussel ontstoken achillespezen overgehouden. Al een jaar nu.
Evy! Ik weet het weer. Evy Gruyaert.
-Het scheelt van dag tot dag, vandaag valt het mee. Maar soms ben ik kreupel. -Ja, 't is allemaal zo gezond niet hé. Ik kwam vorige week een kinesist tegen en die zei "Dank u, Evy!" Hij vergiste zich, hij dacht dat ik Evy was. "Ge hebt mij met uw start to run véél werk bezorgd."
Te koop op eBay: de luchtgitaar van John F. Kennedy. Weinigen weten dat JFK graag uitpakte met zijn luchtgitaarspel. Op de foto vergast hij Nikita Chroesjtsjov op een kleine demonstratie.
Geïnteresseerde kopers moeten er rekening mee houden dat het een linkshandig model betreft.
De gebroeders Plasky roepen de B.B.B.B in het leven, de Beker ter Bekroning van Bedroevende Beeldspraak.
Luid protest, want de B.B.B.B. bestaat al. Op 19 januari werd opgericht in de schoot van de redactie van het Radio 1 programma Wilde Geruchten: de Belgische Bond voor het Behoud van het Borstzakje.
De B.B.B.B. - de echte - stelt voor de Beker ter Bekroning van Bedroevende Beeldspraak om te smelten tot de Medaille ter Memorie van Miserabele Metaforen.
De column die - euh, gisteren eigenlijk al - in de Knack Weekend te lezen staat/stond, is moeizaam tot stand gekomen. Dat herinnert u zich misschien nog wel.
Ik til, ik buk, ik tart mijn rug. Ik pas en meet en steen voor steen verschijnt een pad. Het is zaterdag, vader maakt zich nuttig. Ken je dat soort werkjes, Linda, dat twintig jaar ligt te wachten op een geschikt moment? Vandaag wordt de voordeur verbonden met de straat. Eindelijk.
En toen voelde ik ogen in mijn rug.
Buurman.
Aroul zeggen de kinderen maar zo heet hij niet, ze gooien zijn letters door elkaar. Handen in zijn zakken. Aroul is iemand van de stiel. Dat is stielmannenjargon voor iemand die in de bouw werkt. In alles het tegendeel van de bureauman. Dat is stielmannenjargon voor iemand die op een bureau werkt. Ik ben een bureauman. Jij bent ook een bureauman, Linda. Papieren volschrijven is ons vak. Een bureauman die een tuinpad aanlegt voelt zich ongemakkelijk als hij de ogen van iemand van de stiel in zijn rug voelt.
Hij zei het niet, maar hij dacht het wel. Dat dodelijke zinnetje: ‘Niet slecht voor een bureauman.’ Misschien dacht hij het niet, maar ik dacht dat hij het dacht. Want natuurlijk deugt mijn tuinpad niet. Het ligt niet volmaakt waterpas, het gaat verzakken. Dat gaat hij allemaal zeggen, je zal het zien Linda. Nu denk hij het alleen nog maar, maar straks gaat hij het zeggen:
‘Is dat zand?’ ‘Ja, rijnzand.’
Daar had ik over nagedacht: rijnzand. Witzand is voor de voegen. Punt voor mij.
‘Hm. Rijnzand met cement?’
Shit, ik had er toch cement onder moeten mengen. En ik heb de steentjes niet voldoende aangestampt. Met een rubberhamer moet je dat doen Koen, niet met die stalen hamer, daarmee sla je de stenen kapot. Ik weet het Aroul, ik weet het. En is dat gewone baksteen? Eén grimmige winter en die zijn kapotgevroren, ik voorspel het je.
Dat had hij allemaal kunnen zeggen, maar hij zei het dus niet. Aroul is de vriendelijkste buurman van de wereld. Kapotgewerkt. Je ziet dat aan zijn handen en aan de kromming van zijn rug. Aroul bukt zich niet meer op zaterdag, die tijd is voorbij. Hij zei iets over het weer, dat het een mooie dag is. Over de kastanjebomen op het pleintje. Over de kinderen wellicht of over de burgemeester, ik weet het niet meer. Want in mijn hoofd was niets dan rijnzand, bakstenen en twijfel. En de stille berusting dat mijn tuinpad slechts een bureaumannentuinpad is.
...neem vakantie. Of doe een tijdje voetbalverslaggeving of ga voor De Rode Loper werken. Maar zwijg over de Wetstraat. Zeg tegen Leterme dat we het gehad hebben. Dat het ons niet meer interesseert. Dat hij mag bellen als het gehakketak achter de rug is. Tot dan mediastilte. Zucht.
Er werd gisteren op diverse manieren gelachen ten huize F. Luid, door kind 1 tot en met 3, en groen, door mij. Ze lachten met Radio 1. Aanleiding waren Lode en Nicky in het programma Vandaag. Nicky had de Knack gelezen.
N: Weet jij wat de emo's zijn, Lode? L: De wàt? N: De emo's, Lode, dat is een nieuwe rage onder jongeren. Knack is met vier Antwerpse emo's gaan praten...
Kind 1: Dus Radio 1 blijft op de hoogte van jongerenrages door Knack te lezen?
Ik heb een taboe geschonden. Ik heb mijn klikcijfers gepubliceerd. Dat schijnt not done te zijn onder bloggers. Frank De Graeve denkt de reden te kennen: als ze laag zijn, werkt het demotiverend als je erover begint na te denken. En vaak zijn ze laag.
Hier dringt zich een stokje op. Twee vragen: (1) Vertel ons je aantal unique visitors per dag tijdens de vorige week, en (2) waar haal je je motivatie vandaan om te blijven bloggen?
In mijn geval: (1) ma 444 di 465 wo 479 do 463 vr 491 za 281 zo 244, gemiddeld dus 409. (En geen 300, hé Frank!) (2) Bloggen lijkt op schrijven. Een roman gaat me boven de pet, een blog lukt nog net. Vandaar.
Eén probleem: ik ben niet zo stokjesachtig. Ik zie weleenpaarhoenderhokkenwaar ik iets wil binnengooien, maar misschien zijn de hokbeheerders daarvan niet gediend.
Weet je wat we doen: we doen van wie het stokje wil, mag het hebben. Ik hou de comments in het oog.
Jan vroeg me gisteren of ik wel eens last heb van blogstress. Ik zei nee. Elke dag een berichtje zou mooi zijn, en ik ben wel eens jaloers op Pieter of Michel die sneller bloggen dan hun schaduw, maar mijn geluk laat ik niet afhangen van het aantal gepubliceerde toetsaanslagen.
Maar hola, wat gebeurt er vervolgens in de comments van het blogpostje hieronder? Kritiek. Iemand die Katrien heet, tikt me op de vingers: 't Zijn niet alleen klikarme, maar ook blogarme dagen, zegt ze.
Hoort u het galmen uwer muiskliks, beste bezoeker? Dat komt omdat u hier zo goed als alleen bent. Vakantiedagen midden in de week, we kunnen daar alleen maar tegen zijn. Dan kijkt er blijkbaar niemand internet. Zijn er geen hotspots op het strand ofzo?
Als je de Radio 1 luisteraars over stemmen laat stemmen, dan verkiezen ze Elvis Presley tot strafste stem aller tijden. Zelf ga ik voor Aretha Franklin en Ray Charles, respectievelijk nummer zes en nummer nergens te bespeuren in de ranglijst.
Ik heb een muxtape gemaakt met bijzondere stemmen. Oude mannen weggeplukt op de katoenvelden, vrouwen die ten onder zijn gegaan aan drank en drugs, kadukke stemmen die geen schijn van kans hebben in zo'n Radio 1 stemmenpoppoll. Mannen met vrouwen- en vrouwen met mannenstemmen. En ook een paar Belgen.
1. Son House - John The Revelator. Ik hou niet van mooizingertjes. Jeff Buckley enzo. Rufus Wainwright. Jasper Steverlinck. Ik moet dat niet hebben. Geef mij maar zo'n kapotgezongen moordenaarsstem à la Son House.
2. Vera Hall - Trouble So Hard. Danku Moby, dat u ons Vera Hall leerde kennen. In het jaar 2000 was Vera Hall alle dagen op de radio: Moby samplede een stukje "Trouble So hard" in zijn hit "Natural Blues". Toen ik het voor het eerst hoorde, dacht ik wow, wie heeft hij nu naar de studio gehaald? Bleek dus Vera Hall te zijn, overleden in 1964, een jaar voor Moby werd geboren.
3. Howlin Wolf - 300 Pounds Of Joy. Dat gewicht is lichtjes overdreven. Howlin Wolf woog met zijn 1m98 net geen 140 kilo. Dat is dus slechts 280 pounds of heavenly joy. Zijn stem klonk als "the sound of heavy machinery operating on a gravel road". Of als een huilende wolf zo u wil.
4. Karen Dalton - Katie Cruel. Links op de foto Bob Dylan, rechts Fred Neil, de auteur van "Everybody's talking", in het midden Karen Dalton, the queen of the Greenwich Village folk scene. Dylan schrijft in zijn Chronicles Vol1: "Karen had een stem als Billie Holliday en speelde gitaar als Jimmy Reed." Luister en vraag u af waarom niemand haar kent. Ze heeft twee platen gemaakt, deemsterde daarna weg en is halfweg de jaren '90 gestorven aan een overdosis heroine. Dakloos, beweren sommigen.
5. John Jacob Niles - Go 'Way From My Window. Als klassiek geschoolde zangers zich aan populaire muziek vergrijpen kan je je maar beter uit de voeten maken. Maar die meneer Niles, die fascineert me. Een volledige CD lang hou ik het niet uit, maar een liedje halverwege zo'n muxtape, dat moet kunnen. (Ik dacht dat je niet van mooizingertjes hield, Koen, hoor ik u opgooien. Nee, daar hou ik niet van. En ook niet van consequentie.)
6. Odetta - Another Man Done Gone. En nu we toch aan de geschoolde stemmen begonnen zijn: nog iemand met een operaverleden. Daarnet een vent die als een vrouw klonk, nu een vrouw met een mannenstem. Odetta, zonder wie er geen sprake was geweest van Janis Joplin of Bob Dylan.
7. The Clovers - Rotten Cocksucker's Ball. Eén stem kan schoon en straf zijn. Twee, drie of vier stemmen samen zijn bij momenten hemels. Ik doe een min of meer willekeurige graai in mijn verzameling rhythm'n'blues en kom uit bij deze vuilbekkerij uit de vroege jaren '50. Atlantic Records weigerde het nummer uit te brengen wegens te schunnig. Zei ik hemels? Fijne hemel.
8. Yma Sumac - Chicken Talk. Ze heet eigenlijk Zoila Augusta Emperatriz Chavarri del Castillo. Een Incaprinses beweert men. Maar u kent men, men kan u wijsmaken wat men wil. In "De ark van Nero" heet ze Yma Soeppap. En een lijstje straffe stemmen waarin ze ontbreekt is een onlijstje.
9. The Band - Tura-Lura-Lural (That's An Irish Lullaby). In The Band zaten drie fan-tas-ti-sche zangers. Levon Helm, Rick Danko, en Richard Manuel. Over hem wil ik het hebben. Niet over de acht flessen Grand Marnier die hij dagelijks nodig had, niet over zijn cocaineverslaving en zijn zelfmoord in 1986. Wel over het mooiste moment uit de concertfilm "The Last Waltz". Eigenlijk is Van Morrison de gastzanger, maar luister eens naar de intro van Tura-enzovoort. Zeventig seconden lang van de krop in de keel. Richard Manuel, dankujezus. Ik geloof dat ik "The Lastz Waltz" op DVD heb zien liggen voor achttien euro. Dat zullen de bestbesteedste achttien euro van uw leven zijn.
10. Esmé Bos - Diep In Mijn Hart. En dan nu: de Belgen. Toen ik Esmé Bos voor het eerst hoorde zingen - tijdens Duveltjeskermis, een nostalgisch liedjesprogramma waaruit Diep In Mijn Hart komt - wou ik haar mee naar huis nemen om ze altijd voor me te laten zingen. In die tijd waren er nog geen CD's waarop ze stond. Ondertussen is er Nothing Really Ends, daar doet ze het koortje, en Tres Tigres Tristes en El Tattoo Del Tigre enzo.
11. Tcha Limberger - Man Hi Csi. Halve Romazigeuner. Blind. Rijdt vaak met de trein en dan zingt hij en speelt hij gitaar voor de ganse coupé. Of viool of klarinet, hij kan het allemaal. Was ooit te gast in het Radio 1 programma Levende Lijven en daar is deze opname gemaakt. Het was muisstil in de zaal.
12. Patrick Riguelle - Christmas Card From A Hooker In Michigan. Ook uit Levende Lijven. Omdat we Tom Waits niet konden krijgen vroegen we Patrick. Die kan alles. Ik heb een paar keer met hem mogen samenzingen. Dat waren - ik wik mijn woorden - de mooiste momenten uit mijn leven. Allez, ongeveer toch.
Kind 1 en kind 2 (familie en vrienden vragen zich af hoe mijn kinderen genummerd zijn. Ik noem ze 1, 2 en 3 in order of appearance. Het wil dus wel eens wisselen. En thuis noem ik ze bij hun voornaam.) zijn aangereden door een auto terwijl ze naar school fietsten. Elk door een andere auto, en met een kleine twee weken tussentijd. Balans: één fiets om zeep, een gekneusde elleboog en hoofdpijn die de volgende dag gelukkig over was. Al bij al valt dat nog mee.
Maar de stem van de dokter bij spoedgevallen zindert nog na: mijn kinderen, zei hij, mogen niet fietsen zonder helm. En hij vertelde over ongevallenstatistieken en hoeveel fietsers overlijden door hoofdwonden.
Kind 1 en kind 2, zelfs kind 3 waren onder de indruk van zijn woorden. Kind 2 heeft een achterwiel op centimeters van zijn hoofd zien voorbijrijden. Maar een fietshelm is onnozel, zeggen ze. Met lichte twijfel want ze hebben wel een schrik gepakt. Hun besluit: de fietshelm moet verplicht worden, papa. Als iedereen er even onnozel uitziet is onnozel op slag niet meer onnozel.
De ouders van kind 1, 2 en 3 konden dat bevestigen. Zij herinneren zich nog hoe lang geleden de motorhelm verplicht werd, en dat dat ook onnozel werd gevonden.
-update- Kind 3 vraagt om ook het fluoriserend regenbasjke verplicht te maken. Want dat is eigenlijk wel praktisch, vindt ze. Maar zooo onnozel.
Op de hoek van de Auguste Reyerslaan en het Karabiniersplein staat rusthuis L'Horizon. Gietijzeren poortje. Vijf arduinen traptreden. Voortuin met oude rozen, forse haag errond tegen de binnengluurders. Meidoorn denk ik, met van die venijnige stekels.
Die haag heeft me in verlegenheid gebracht. Ze is te hoog. Wie over het smalle trottoir langs de Reyerslaan loopt, kan niet om de hoek kijken of er een tegenligger komt aangewandeld. En er kwàm iemand aangewandeld. Maar ik liep naar de punten van mijn schoenen te kijken. Kop in kas, in gedachten verzonken. Het was niet bepaald lente in mijn hoofd. Een ondeelbare fractie van een seconde lang nam mijn autonome zenuwstelsel het van me over. Ik voelde me schrikken en verstijven, ik kwam net niet tegen buik en borst terecht van een grote man. Dankzij mijn reflexen.
Ik keek omhoog, recht in zijn zwarte gezicht.
Een neger, zoals ze vroeger zegden.
Je m'excuse dat ik zo hard ben geschrokken, zei ik. Enfin, begrijp me goed meneer de negermeneer, je ne m' excuse pas omdat ik schrok omdat u zo zwart bent. Want dat was de reden niet, ik schrok gewoon omdat ik bijna tegen u aanbotste. Als u wit was geweest, was ik ook geschrokken. Allez, ik excuseer me natuurlijk wel, want de tijd dat witmensen zwartmensen mochten omverlopen zonder zich te excuseren ligt ver achter ons. Bien sur. En zo zwart bent u trouwens niet. Waarmee ik ook weer niet gezegd wil hebben dat lichtzwart beter zou zijn dan zwartzwart. Integendeel. Nee, niet integendeel. Dat het gewoon allemaal niet veel uitmaakt, cher ami. Monsieur, bedoel ik. Oh, u spreekt Nederlands?
Gène. Aan twee kanten.
Het oude mannetje, wit, rimpelig, dat toekeek vanop de eerste verdieping van L'Horizon, glimlachte.
Deze winkel is ooit begonnen als loopblog. De 42km waarvan sprake heb ik niet gehaald, maar de droom is niet opgeborgen. -- Ik maak deze weblog in mijn vrije tijd, de VRT en Radio 1 hebben er niks mee te maken. -- Leest u vrolijk verder. Er is meer dat ik u niet vertel dan wel.