zaterdag, februari 28, 2009

Shake


We waren in Parijs. Ze beweerden dat het mercredi was. Maar het was gewoon woensdag. We gingen naar Shakespeare & Co. Toe. Zoals alleen Shakespeare & Co toe kan zijn.

Labels: , ,

Midlife


In de Weekend Knack van drie dagen geleden staat een stuk dat ik hier al lang had kunnen posten. Linda Asselbergs gaf de voorzet en vroeg me of het al wat opschiet met mijn midlifecrisis. Aanleiding was een bezoek aan haar tandarts en het soort lectuur dat daar in de wachtzaal lag. Ze had het over innerlijke leegte en een gevoel van existentiële nutteloosheid. Wat midlifecrisis? Welke midlifecrisis? Enfin, lees maar.

Het gaat goed met me, Linda, ik waardeer je bezorgdheid. Innerlijke leegte, ach ja, af en toe. En me nutteloos voelen ook een beetje, maar ik hou me sterk. Want wat betreft de midlifecrisis heb ik lang geleden met mezelf een afspraak gemaakt. Ik ga daar niet aan meedoen.

Om het mezelf niet moeilijker te maken dan strikt noodzakelijk, mijd ik het soort maandbladen dat jij bij je tandarts hebt gelezen. De katernen van de weekendkrant die zich richten op de emotionele aspecten van het bestaan sla ik over en ook bepaalde pagina's van Weekend Knack laat ik ongelezen. Want ze proberen het me aan te praten, Linda, en voor je het weet gaat een mens het geloven: voorbij de vijfenveertig heeft een man récht op zijn midlifecrisis. Blijkbaar. Ik wil het niet weten. Ik doe niet mee.

Het is lief dat je me voor de symptomen waarschuwt, Linda. Bijvoorbeeld de behoefte om alles eens op een rijtje te zetten. Wel, laat ons dat toch maar eens doen. Dan zie ik enkel nadelen aan een midlifecrisis. En vooral: praktische bezwaren. Al die leeftijdsgenoten die een minnares nemen. Ja, dat zal wel plezant zijn. In het begin. Maar op de duur moeten ze toch ook zelf inzien dat het nieuwe meisje lijkt op de echtgenote die ze hebben achtergelaten? Maar dan jonger en dus onnozeler? En met een nog onvervulde kinderwens? Ik zie ze na hun vijftigste opnieuw luiers verschonen en ik betrap mezelf op leedvermaak. En ik denk dan: niet met mij.

Of onschuldiger: mannen, iets ouder dan ikzelf, die gaan shoppen in de Kammenstraat en zich kleden als mijn oudste zoon. Ze beseffen niet hoe potsierlijk ze zijn. Met hun sneakers en hun t-shirt van Bikkenbergs. Bovendien, Linda, is een midlifcrisis levensbedreigend. Af en toe moet ik ziekenhuisdruiven kopen voor een bevriende vijftiger die zich recent een motor heeft aangeschaft en die vervolgens ergens halfweg de Ardennen een bocht heeft gemist. In mijn kennissenkring voorlopig geen dodelijke slachtoffers, maar ik hou mijn hart vast.

Ik doe dus niet mee.

Gisteren reed ik over de E19. Ik moest bezuiden Brussel zijn. Ter hoogte van Nijvel passeerde ik een pijl naar Parijs. Heel even bekroop me de gedachte door te rijden en alles achter me te laten. Heel even. En toen was het over. Ze was kort, mijn midlifecrisis.

Labels:

zondag, februari 22, 2009

Mensenbroeders, laat me u vertellen hoe het is


Ik juich, want heb Jonathan Littell's "De Welwillenden" uit.

Ik heb naar het omslaan van de laatste bladzijde gesnakt als mijn grootouders naar het einde van de Tweede Wereldoorlog. Manmanman. Een boek dat té is zoals de oorlog té was. Te lang, te veel, te vuil, teveel bloed en stront en sperma, teveel smeerlappen, teveel hallucinaties, teveel lijken, te, te, te. Zeggen dat "De Welwillenden" een schitterend boek is, is zeggen dat WOII een schitterende oorlog was.

Maar ze maakten wel indruk, allebei.

Labels:

woensdag, februari 18, 2009

Voetgangerstunnel

Zeshonderdeenenzeventig passen van linker- naar rechteroever. Van de rechter- naar de linkeroever waren het er zeshonderdnegenenzestig. Ik moést tellen.

Labels:

Rather British

Daarnet hoorde ik een wat oudere presentatrice van de BBC-worldservice herinneringen ophalen. Tot in de jaren 70 waren de nieuwslezers verplicht om het journaal voor te lezen in tuxedo en met een strikje. Op de radio.

Lucas Vanclooster heb ik ooit in een marcelleke aangetroffen achter de microfoon en Johan Janssens is wereldberoemd om zijn beige korte broek, winter en zomer.

Labels:

Test, één twee. Test. Test.

Alles wat op Facebook verschijnt wordt eigendom van Facebook. Dus heb ik de automatische link tussen mijn blog en FB verbroken. Allez, dat hoop ik toch. Want een toppunt van helderheid is de FB-besturing niet.

Labels:

zaterdag, februari 14, 2009

Kokos


Veertiendaags in de Weekendknack de correspondentie tussen Linda Asselbergs en mijzelf. Deze keer over een onderwerp waarna er gedouchet moet worden.

Na twintig meter deed het al pijn. Zo ergens ter hoogte van mijn hart, dat is een onrustwekkende plek, Linda. Je loopt te snel, zei ik tegen mezelf. Waarschijnlijk was ik te hard mijn best aan het doen. Ik weet waarom: de buren kijken van achter hun gordijnen. Dat hoort bij de regels van het platteland. 'Kijk, hij loopt weer. Dat is lang geleden.' Dan wil een mens zich niet belachelijk maken. Ik hield dus een flink tempo aan.

Maandenlang hebben mijn loopschoenen ongebruikt in de kast gestaan. Niet omdat ik geen zin meer had, Linda, ik wou doodgraag blijven lopen. Maar mijn achillespezen speelden op. Aanvankelijk was dat een geldige reden om niet meer te sporten, ik kan dat met een dokterbriefje staven. Maar na een tijd evolueerde mijn achillesprobleem tot een bruikbaar excuus. En op de duur had ik geen excuus meer nodig. De goesting was weg. Ik was hervallen in mijn vadsige, sedentaire bestaan. Ik was loper af. Opnieuw lui. En dik. En buiten adem van veters te strikken.

Tot gisteren. Ik raapte mezelf bij elkaar en ik ben herbegonnen. En dat deed dus pijn. Ik liet het tempo wat zakken. Mijn hart ging minder hard bonzen en de pijn verdween. Het ritme van mijn adem en het ritme van mijn passen vonden elkaar. En vanaf dan ging het vanzelf. Bijna vanzelf. Voor ik vertrok had het jongste kind me goeie raad gegeven: 'Als je moe wordt moet je proberen te glimlachen, papa. Dat helpt. Lopen doe je met je hoofd.' Hij heeft gelijk. Beweren dat ik zweefde zou overdreven zijn. Maar ik beweer het toch: ik zweefde, Linda. Ik was twintig minuten lang gelukkig. Ik kon het nog.

Op het eind van de straat staat een kapelletje. Daar eindigt de beschaving. Drie keer per week zal ik daar de polder inlopen, neem ik me voor. Wilgen, kasseien, wind, de geur van de Schelde. En één loper. Ik. Op een paar ganzen na helemaal alleen, geen buren achter gordijnen. Enkel nog mezelf om tegen te lopen, een vriendschappelijke wedstrijd. De modder deert me niet en ik doe geen moeite om de plassen te ontwijken want het wit moet van mijn loopschoenen. Nieuwe, witte loopschoenen zijn belachelijk, Linda, kunnen we het daarover eens zijn? Propere sportschoenen zijn voor loopbandlopers.

Ik kwam thuis. Moe en nat. Ik vond dat ik een beloning had verdiend. Een stuk chocolade. Kokosvulling.

Labels:

woensdag, februari 04, 2009

Streuvels


Stijn Streuvels in een wonderlijke pose. Ziet u een fietspootje? Was Stijn Streuvels behalve een uitmuntend schrijver ook een getalenteerd surplacer? Wist hij niet dat het de bedoeling van een weg is dat je hem in de lengterichting affietst, en niet overdwars? En ondertussen een doodgemoedereerd een sigaartje roken. 1903, een merkwaardige tijd.

dinsdag, februari 03, 2009

Tweeenveertig

Ruim 42 minuten gelopen. Dat is teveel voor iemand die nog maar net herbegint. Pezen en gewrichten lijden daar vermoedelijk onder. In deze fase getuigt "minder" van karaktersterkte.

Als ik nog onder begeleiding stond van Paul Van Den Bosch zou hij me terechtwijzen. Met vaderlijk begrip, maar met even vaderlijke gestrengheid. Maar ik loop nu zonder begeleiding, en het ging daarnet zo prettig, dat mijn karakter foert zei. Ik liep door.

Overmorgen weer...

Labels: