Midlife
In de Weekend Knack van drie dagen geleden staat een stuk dat ik hier al lang had kunnen posten. Linda Asselbergs gaf de voorzet en vroeg me of het al wat opschiet met mijn midlifecrisis. Aanleiding was een bezoek aan haar tandarts en het soort lectuur dat daar in de wachtzaal lag. Ze had het over innerlijke leegte en een gevoel van existentiële nutteloosheid. Wat midlifecrisis? Welke midlifecrisis? Enfin, lees maar.
Het gaat goed met me, Linda, ik waardeer je bezorgdheid. Innerlijke leegte, ach ja, af en toe. En me nutteloos voelen ook een beetje, maar ik hou me sterk. Want wat betreft de midlifecrisis heb ik lang geleden met mezelf een afspraak gemaakt. Ik ga daar niet aan meedoen.
Om het mezelf niet moeilijker te maken dan strikt noodzakelijk, mijd ik het soort maandbladen dat jij bij je tandarts hebt gelezen. De katernen van de weekendkrant die zich richten op de emotionele aspecten van het bestaan sla ik over en ook bepaalde pagina's van Weekend Knack laat ik ongelezen. Want ze proberen het me aan te praten, Linda, en voor je het weet gaat een mens het geloven: voorbij de vijfenveertig heeft een man récht op zijn midlifecrisis. Blijkbaar. Ik wil het niet weten. Ik doe niet mee.
Het is lief dat je me voor de symptomen waarschuwt, Linda. Bijvoorbeeld de behoefte om alles eens op een rijtje te zetten. Wel, laat ons dat toch maar eens doen. Dan zie ik enkel nadelen aan een midlifecrisis. En vooral: praktische bezwaren. Al die leeftijdsgenoten die een minnares nemen. Ja, dat zal wel plezant zijn. In het begin. Maar op de duur moeten ze toch ook zelf inzien dat het nieuwe meisje lijkt op de echtgenote die ze hebben achtergelaten? Maar dan jonger en dus onnozeler? En met een nog onvervulde kinderwens? Ik zie ze na hun vijftigste opnieuw luiers verschonen en ik betrap mezelf op leedvermaak. En ik denk dan: niet met mij.
Of onschuldiger: mannen, iets ouder dan ikzelf, die gaan shoppen in de Kammenstraat en zich kleden als mijn oudste zoon. Ze beseffen niet hoe potsierlijk ze zijn. Met hun sneakers en hun t-shirt van Bikkenbergs. Bovendien, Linda, is een midlifcrisis levensbedreigend. Af en toe moet ik ziekenhuisdruiven kopen voor een bevriende vijftiger die zich recent een motor heeft aangeschaft en die vervolgens ergens halfweg de Ardennen een bocht heeft gemist. In mijn kennissenkring voorlopig geen dodelijke slachtoffers, maar ik hou mijn hart vast.
Ik doe dus niet mee.
Gisteren reed ik over de E19. Ik moest bezuiden Brussel zijn. Ter hoogte van Nijvel passeerde ik een pijl naar Parijs. Heel even bekroop me de gedachte door te rijden en alles achter me te laten. Heel even. En toen was het over. Ze was kort, mijn midlifecrisis.
Het gaat goed met me, Linda, ik waardeer je bezorgdheid. Innerlijke leegte, ach ja, af en toe. En me nutteloos voelen ook een beetje, maar ik hou me sterk. Want wat betreft de midlifecrisis heb ik lang geleden met mezelf een afspraak gemaakt. Ik ga daar niet aan meedoen.
Om het mezelf niet moeilijker te maken dan strikt noodzakelijk, mijd ik het soort maandbladen dat jij bij je tandarts hebt gelezen. De katernen van de weekendkrant die zich richten op de emotionele aspecten van het bestaan sla ik over en ook bepaalde pagina's van Weekend Knack laat ik ongelezen. Want ze proberen het me aan te praten, Linda, en voor je het weet gaat een mens het geloven: voorbij de vijfenveertig heeft een man récht op zijn midlifecrisis. Blijkbaar. Ik wil het niet weten. Ik doe niet mee.
Het is lief dat je me voor de symptomen waarschuwt, Linda. Bijvoorbeeld de behoefte om alles eens op een rijtje te zetten. Wel, laat ons dat toch maar eens doen. Dan zie ik enkel nadelen aan een midlifecrisis. En vooral: praktische bezwaren. Al die leeftijdsgenoten die een minnares nemen. Ja, dat zal wel plezant zijn. In het begin. Maar op de duur moeten ze toch ook zelf inzien dat het nieuwe meisje lijkt op de echtgenote die ze hebben achtergelaten? Maar dan jonger en dus onnozeler? En met een nog onvervulde kinderwens? Ik zie ze na hun vijftigste opnieuw luiers verschonen en ik betrap mezelf op leedvermaak. En ik denk dan: niet met mij.
Of onschuldiger: mannen, iets ouder dan ikzelf, die gaan shoppen in de Kammenstraat en zich kleden als mijn oudste zoon. Ze beseffen niet hoe potsierlijk ze zijn. Met hun sneakers en hun t-shirt van Bikkenbergs. Bovendien, Linda, is een midlifcrisis levensbedreigend. Af en toe moet ik ziekenhuisdruiven kopen voor een bevriende vijftiger die zich recent een motor heeft aangeschaft en die vervolgens ergens halfweg de Ardennen een bocht heeft gemist. In mijn kennissenkring voorlopig geen dodelijke slachtoffers, maar ik hou mijn hart vast.
Ik doe dus niet mee.
Gisteren reed ik over de E19. Ik moest bezuiden Brussel zijn. Ter hoogte van Nijvel passeerde ik een pijl naar Parijs. Heel even bekroop me de gedachte door te rijden en alles achter me te laten. Heel even. En toen was het over. Ze was kort, mijn midlifecrisis.
Labels: column
4 Comments:
Wacht tot je op een milde midzomernacht niet langer passen telt.
zeshonderdnegenenzestig
zeshonderdzeventig
zeshonderdeenenzeventig
Je slaat de nagel op de kop, Koen! Die vijftigers met een baby, ik heb er medelijden mee (ook met de baby trouwens). Zelf genieten we als vijftigers van onze kleinkinderen, dàt is pas zalig! Die kan je teruggeven na een paar dagen ;-)
Alleen die motor, daar droomt mijn man stiekem nog wel van... maar dat is de schuld van de bende van Wim!
Oma
toch zul er niet aan ontsnappen,de midlifecrisis is onverbiddelijk,zoals die zoener!
LV
En tòch ben je gegaan! Om dan zogezegd een boekenwinkel te bezoeken! Tsss... ;-p
Een reactie posten
<< Home