Heerlijk, eindelijk nog eens écht doorgelopen. Niet in stukjes en brokjes van 3 minuten, maar ineens 1600 meter. Eventjes stoppen voor een prik in de vinger en een bloedstaal, en dan weer 1600 meter. En dan nog eens. Vandaag al bij al een half uur vrijwel ononderbroken gelopen. Dat is verre van een marathon, maar het evolueert in de juiste richting. Sprak de optimist die zich verschuilt in het diepste binnenste van de Aanstaande Atleet.
Het was met de camera erbij. Na de laatste 1600 meter vond Berten het een goed moment om me te interviewen. Ik geraakte niet uit mijn woorden. Die laatste 1600 meter had ik op volle kracht gelopen - dat moet om zo'n
lactaattest te doen lukken - maar dat is niet bevorderlijk voor de helderheid der gedachten.
Berten vroeg of het een beetje lukt met Paul zijn
noodplan, en of ik New York nog zie zitten. Ik weet niet goed meer wat ik geantwoord heb, maar ik weet wel wat ik had moeten zeggen: dat het plezier er een beetje af is. Tot en met de 20 kilometer van Brussel ging alles goed, de conditie ging in stijgende lijn, lopen en trainen was toen genieten.
Maar sindsdien is het stuntelen en twijfelen. Ik loop geen meter zonder me af te vragen of ik nergens pijn voel. Ik fiets, en op zich is dat plezant, maar bij elke pedaalslag vraag ik me af wat fietsen met marathonlopen te maken heeft. Enfin: trainen is tobben.
Na de training mochten we - tadaa! - de drie eerste, afgemonteerde afleveringen bekijken. Helaas, ik kon niet blijven. Feestje. Zo eentje van de soort dat een mens voor geen geld wil missen. En ik meen te weten dat ze die afleveringen nog eens gaan
uitzenden op Canvas. Vanaf 15 oktober. Ik zal dan kijken.