Krop
Mail van Linda. Nee, ik kan hem nog niet doorsturen want ik moet er nog aan beginnen. Doorgaans neem ik twee dagen voor mijn column: denken, schrijven, nachtje laten liggen, schrappen, schrijven, doorsturen.
Maar als het crisis is, is het crisis. Ik grijp naar de noodoplossing van de stukjesschrijver in tijdsnood: de nevenschikking.
Het betreft hier een antwoord op een tekst van Linda Asselbergs over ontroering. Wie haar stuk wil lezen, kope morgen de Knack. Afdeling Weekend.
Wat me een krop in de keel bezorgt? Eén enkele schoen, verloren langs de kant van de weg. Verslenste bloemen. 1 september. De volledige maand februari. Redemption Song. Platgereden dieren, op voorwaarde dat ze pels hebben. Zieke vogeltjes. Supernany. Mechelen na sluitingstijd. Middelbare vrouwen die te hard hun best doen. De zin I’m looking at the river but I’m thinking of the sea uit In Germany before the war van Randy Newman. Terugdenken aan grootmoedergebreide kinderbroekjes en hoe die prikten. Terugdenken aan meerijden op de fiets van vader, vooraan op de buis. Love Hurts in de versie van Gram Parsons. Alles wat met schoollopen te maken heeft. Late schilderijen van Vincent Van Gogh. Daniel Johnston. Alex Chilton. Evenals een moede hinde. Vergeten decorstukken in de catacomben van de omroep. De gedachte aan Wim en hoe hij is gestorven. Spoorwegstations en luchthavenhallen. Deathrow. Zwartwitfoto’s van kapotte fabrieken. Monkie. Die mussenmoeder die haar jongen zocht op de plek in het ijle waar even daarvoor de dakgoot nog was van het tuinhok dat we aan het afbreken waren. Met zijn tweeën precies hetzelfde denken op hetzelfde moment. Chinese opera. Joelende kinderstemmen op een speelplaats in de verte. Een oud echtpaar op een bankje in het park. Ex-topsporters. De Noordzee in de winter. De cellosuites van Bach. De geur van Ovolmaltine. De waterval van Coo. De zin Was ze toch maar hier, dan kon ik nukkig zijn, gevolgd door Nukkig zijn dat gaat niet goed alleen. Die arme Elisabeth, Gabriël en Emmanuel. Jan Decleir die Notte bella margarita zingt. Non ho l’eta van Gigliola Cinquetti. Vliegen op gezwollen kinderbuikjes. Of nog erger: rond hun oogjes. Sam en Rosie die trouwen in The Lord of the Rings 3. Kampvuur. Motregen. Twee mannen die samen door één microfoon zingen, liefst met een voet op de monitor. Een slapend kind, als het het mijne is. De A12. Jonge sla natuurlijk. Paters. Daklozen met een hond. Radio Spes. Eilanden waar alleen gras en mos groeit met een enkele struik en het gelach van meeuwen.
Maar echte tranen? Zelden. Als ik heel hard moet geeuwen bijvoorbeeld, dan wel. Of als ik een neushaartje uittrek. En een paar keer toen het écht raak was. Maar dat wil ik niet in Knack zien staan.
Labels: column