Samenspraak
Sinds vorige week doen Linda Asselbergs en ik een heen en weer column in Weekend Knack. Ik heb het nummer van deze week nog niet gezien, maar ik neem aan dat dit er instaat:
Leesloperij
Heel af en toe bots je op gaten in het Nederlands. Woorden die ontbreken. Er zijn voorwerpen waar geen woord voor bestaat. Het met-plastic-verstevigde-uiteinde-van- een-veter bijvoorbeeld. En er zijn activiteiten die geen naam hebben.
Bij gebrek aan woord zal ik mijn bezigheid van gisteren moeten omschrijven. Ik kwam uit de Fnac met weer veel te veel boeken in mijn rugzak, en ik moest naar het Noordstation, de Vooruitgangstraat door. Dat is een vervelend stukje Brussel. Niks te zien. Dus ben ik al wandelend aan mijn nieuwe boeken begonnen.
Hoe noemen we dat, Linda? Straatlezen? Wandellezen? Boekstappen? Ik hou het op leeslopen, dat lijkt mij het mooist. Ik ben dus even een leesloper geweest.
Leeslopen is niet eenvoudig. Je moet je aandacht verdelen over de tekst en je omgeving. Je moet hindernissen vermijden, je aan de verkeersregels houden, én onderdussen mag je de draad van het verhaal niet kwijt geraken. Oefening zal ook in dit geval wel kunst baren.
Ik ben slechts een beginner, maar een paar dingen zijn me nu al duidelijk geworden. Erg handig is de zogenaamde haas. Je kiest iemand die dezelfde richting uitgaat en je loopt in zijn spoor. De leesloper beweegt zich trager dan gemiddeld, kies dus bij voorkeur iemand die al wat ouder is en slecht ter been. Hou precies genoeg afstand, zodat de hielen van je haas nog nét in je gezichtsveld vallen. Vertraagt de haas, dan vertraag jij ook, want vermoedelijk nader je de verkeerslichten van de Rue des Charbonniers.
De Vooruitgangstraat is prima oefenterrein voor de beginnende leesloper. De straatstenen hebben er twee kleuren. Achter je boek zie je vaag een donkergrijze stoepstrook langsglijden, als je die volgt weet je zeker dat je veilig bent.
Veilig voor het autoverkeer, bedoel ik. Want je moet de stoep delen met andere voetgangers en daar tegenaan botsen zou gênant zijn. Maar, Linda, mijn beperkte ervaring leert me dat het ontwijken van die voetgangers kinderspel is. De andere stoepgebruikers schijnen te beseften wat er aan de hand is: ze houden er rekening mee dat ik niet uitkijk en dat ik gewoon rechtdoor loop. De mensen wijken uiteen voor de leesloper. Ik denk dat het zelfs in de Nieuwstraat tijdens de solden goed zou afgelopen zijn.
Het ware gevaar is dat er een tweede leesloper opduikt, in de tegenovergestelde richting. Die dreiging is voorlopig theoretisch, leesloperij is een marginaal verschijnsel. En ik ben er tamelijk gerust in dat een botsing tussen twee leeslopers enkel tot vrolijkheid zou leiden, wellicht zelfs tot een prettig gesprek over literatuur en wie weet tot een levenslange vriendschap.
Leesloperij
Heel af en toe bots je op gaten in het Nederlands. Woorden die ontbreken. Er zijn voorwerpen waar geen woord voor bestaat. Het met-plastic-verstevigde-uiteinde-van- een-veter bijvoorbeeld. En er zijn activiteiten die geen naam hebben.
Bij gebrek aan woord zal ik mijn bezigheid van gisteren moeten omschrijven. Ik kwam uit de Fnac met weer veel te veel boeken in mijn rugzak, en ik moest naar het Noordstation, de Vooruitgangstraat door. Dat is een vervelend stukje Brussel. Niks te zien. Dus ben ik al wandelend aan mijn nieuwe boeken begonnen.
Hoe noemen we dat, Linda? Straatlezen? Wandellezen? Boekstappen? Ik hou het op leeslopen, dat lijkt mij het mooist. Ik ben dus even een leesloper geweest.
Leeslopen is niet eenvoudig. Je moet je aandacht verdelen over de tekst en je omgeving. Je moet hindernissen vermijden, je aan de verkeersregels houden, én onderdussen mag je de draad van het verhaal niet kwijt geraken. Oefening zal ook in dit geval wel kunst baren.
Ik ben slechts een beginner, maar een paar dingen zijn me nu al duidelijk geworden. Erg handig is de zogenaamde haas. Je kiest iemand die dezelfde richting uitgaat en je loopt in zijn spoor. De leesloper beweegt zich trager dan gemiddeld, kies dus bij voorkeur iemand die al wat ouder is en slecht ter been. Hou precies genoeg afstand, zodat de hielen van je haas nog nét in je gezichtsveld vallen. Vertraagt de haas, dan vertraag jij ook, want vermoedelijk nader je de verkeerslichten van de Rue des Charbonniers.
De Vooruitgangstraat is prima oefenterrein voor de beginnende leesloper. De straatstenen hebben er twee kleuren. Achter je boek zie je vaag een donkergrijze stoepstrook langsglijden, als je die volgt weet je zeker dat je veilig bent.
Veilig voor het autoverkeer, bedoel ik. Want je moet de stoep delen met andere voetgangers en daar tegenaan botsen zou gênant zijn. Maar, Linda, mijn beperkte ervaring leert me dat het ontwijken van die voetgangers kinderspel is. De andere stoepgebruikers schijnen te beseften wat er aan de hand is: ze houden er rekening mee dat ik niet uitkijk en dat ik gewoon rechtdoor loop. De mensen wijken uiteen voor de leesloper. Ik denk dat het zelfs in de Nieuwstraat tijdens de solden goed zou afgelopen zijn.
Het ware gevaar is dat er een tweede leesloper opduikt, in de tegenovergestelde richting. Die dreiging is voorlopig theoretisch, leesloperij is een marginaal verschijnsel. En ik ben er tamelijk gerust in dat een botsing tussen twee leeslopers enkel tot vrolijkheid zou leiden, wellicht zelfs tot een prettig gesprek over literatuur en wie weet tot een levenslange vriendschap.
Labels: column
6 Comments:
Ik deed net mijn WeekendKnack open en vind je rubriek nergens terug, zelfs niet na een tweede (trage) doorbladering van het blad. Heb ik nu een afgeslankt blad? Of word je rubriek afgewisseld met de rubriek "Duo"?
Oeps, dat zou wel eens kunnen, Kaat. Dan heb ik mijn tekst een week te vroeg op mijn blog gezwierd. De verkoopcijfers van KW zullen kelderen volgende week.
Vanmorgen op de E19 heb ik iemand zien leesrijden. Da's nog straffer dan leeslopen...
@Patrick. Ik beken...
Koen,
kijk hiernaast bij je links eens onder "De boekensneuper" op de datum dinsdag 10 april 2007, en je vindt een mooie blog met foto's over "looplezen"!!
Beste Koen, zie hier gevonden in Wikipedia:
"Het plastic of metalen kokertje op het uiteinde dat de veter bij elkaar houdt, wordt een Aglet of malie genoemd. Dit onderdeel voorkomt dat de veter gaat rafelen en maakt het gemakkelijker om de veter door de gaten te rijgen." Alweer een onbekendheid om af te strepen.
Groeten
Tom
Een reactie posten
<< Home