Paars
Het is zesendertig graden, Linda. Ik besta niet meer. Mijn persoonlijke smeltpunt ligt ergens rond de vijfentwintig, als het warmer wordt, ben ik tot niets meer in staat. Zelfs ademen vraagt dan meer concentratie en doorzettingsvermogen dan ik ter beschikking heb. In deze klimatologische omstandigheden is het een bovenmenselijke inspanning om jouw stukje te lezen, er op antwoorden is schier onmogelijk. Vergeef me.
Ik bevind me in de tuin. De verplaatsing naar een terras in de stad zou ik niet overleefd hebben. Van het huis naar de tuinstoel, in de lommerte onder de moerbeiboom, in vogelvlucht tien meter door de blakke zon, dat gaat nog net. Maar ik was er toch niet gerust op. Ik zag de koperen ploert hoog aan de hemel staan en ik wist dat die twaalf stappen lang zou inbeuken op mijn schedel, ongenadig. Ik ben er geraakt, maar ik zie gekleurde bollen voor mijn ogen en hoofdpijn dreigt. Zomer. Fijn.
Ik lig en ik staar : rechtuitkijken, zonder het hoofd te draaien. Elke niet noodzakelijke beweging moet worden uitgesteld tot de koelte van de avond. Nog een uur of vier. Ik doe niks en toch kriebelt er een straaltje zweet in mijn hals. De kruin van de moerbeiboom is een ideale parasol. Ken je moerbeien, Linda ? Ze zien eruit als bramen. Als je niet goed kijkt, denk je dat de natuur zich vergist heeft. Tiens, een boom vol braambessen. De moerbei is met voorsprong de lekkerste vrucht die de schepping heeft voortgebracht. Aardbei maal framboos in het kwadraat. Maar voor wie die sensatie wil proeven en begint te plukken, heeft de schepper een pesterij in petto : vlekken. De moerbei spat uit elkaar bij de minste druk, de vingers van de moerbeiplukker zien meteen paars. Vervolgens zijn mond en lippen, en ten slotte zijn kleren. Dieppaarse vlekken van de niet meer weg te krijgen soort.
Ik ben in slaap gesukkeld, onder mijn moerbeiboom. Ik droomde over mist en motregen, over duistere bossen en grotten met klamme, bemoste wanden. Over sneeuw en ijs droomde ik, in mijn slaap rekende ik uit dat het nog vijf maanden duurt en dan is het Kerstmis. En toen ik wakker werd, ontdekte ik dat merels ook graag moerbeien lusten. En dat ze er paars van schijten.
Labels: column