Heel lang geleden was ik kind in Turnhout. Daar stond toen een Cultureel Centrum dat nog niet af was, geen theaterzaal. Concerten werden gegeven in de grote inkomhal, achter zwarte gordijnen. Op een woensdagnamiddag ging ik naar de bibliotheek en zat de BRT-bigband te repeteren in die hal. Ik heb toen met open mond naar de drummer staan kijken. Dat was Tony Gyselinck.
Vanavond heb ik in de Handelsbeurs in Gent die Tony Gyselinck weergezien. Dertig jaar ouder, het lange blonde haar kortgeknipt, maar het drummen nog altijd even daar-valt-mijn-mond-van-open. Hij speelt bij de Rhythm Junks tegenwoordig, de groep van Steven De Bruyn. De drummer centraal op het podium, een uitzonderlijke opstelling maar in dit geval zeer terecht. (De bassist, rechts op het podium, herkende ik pas toen Steven zijn naam noemde. Jasper Hautekiet. Hij wist een paar keer de aandacht naar zich toe te zuigen en dat is voor een bassist niet vanzelfsprekend.)
Steven De Bruyn is al lang geen mondharmonicaspeler meer. Hij gebruikt zijn instrument als - ik heb er geen ander woord voor - een geluidsmachine. De muziek is bij momenten
weird, maar nooit vergeten de Junks dat er publiek in de zaal zit dat geamuseerd wil worden. En dat ze zonder gitarist spelen, ach, dat blijkt minder onoverkomelijk dan ik vroeger placht te denken.
Er was nog Wilde Geruchtenvolk: An Steegmans en onze filmkenner, Bernard Van De Populiere. Die vond het geluid in het begin ondermaats. Maar ja, hij is een
filmkenner. Bernard beweerde ook nog dat hij de vloer van de Handelsbeurs had voelen bewegen... Beste Bernard, de Junks waren stérk, van het eerste tot het laatste moment.
Het was jàren geleden dat ik nog eens een concert zonder stoeljes meemaakte. Dat is me niet goed bevallen, mijn knie deed vervelend. Mijn meniscusknie. Het is lang geleden dat ik er nog eens iets over geblogd heb, maar vandaag doet ze haar herintrede: na een avond rechtopstaan voel ik pijn en een lichte zwelling.
Labels: muziek