vrijdag, juli 04, 2008

Doefke

Wat een slappe blogweek. Het schone weer? Bezigheden met scholen en kinderen? De vaste dagindeling op het werk die weg is gevallen en de verwarring die dat in mijn hoofd veroorzaakt? Of dat alles in combinatie? Ik ben zelfs vergeten de Knack Weekendcolumn te posten. Iemand die kan worden omschreven als mijn eerste lezer vond het maar slapkes qua verhaaltje. Iemand anders die kan worden omschreven als mijn opdrachtgever zei dat die eerste iemand niet rap content is.


Met een half oog op de stoplichten van de auto voor me, neem ik de Standaard der Letteren tot me. We schuiven bumper aan bumper richting Van Praatbrug Praetbrug. Ik besef dat ik risico’s neem. Dit is filerijden op niveau, Linda. Multitasken: mijn ene hersenhelft leest over Kees Fens en over Frans Kellendonk en P.F. Thomese terwijl mijn andere hersenhelft zich klaarhoudt om onmiddellijk op de rem te gaan staan. Ondertussen vraagt hersenhelft drie zich af of het verkeersreglement iets zegt over krantlezen achter het stuur. Drie weet bijna zeker van niet. En hersenhelft vier luistert naar Lode Roels op de radio. Allemaal tegelijkertijd. Vier hersenhelften! Mij kan niks gebeuren.

En dan: een doefke. Toch.

Een kleintje, maar ontegensprekelijk een doefke. Een fractie van een seconde geloof ik dat ik zelf de dader ben. Maar de bumper voor me is nog altijd krasvrij, de stoplichten net zo onbeschadigd als daarnet. Ik heb niemand geraakt, hersenhelft twee treft geen schuld.

Ik kijk in mijn achteruitkijkspiegel. Een Saab. Donkerblauw. Verschrikte ogen achter het stuur. Een blik als een schuldbekentenis. Kindjes op de achterbank. Ook geschrokken. Pruillipjes. Door de blauwgetinte ramen kan ik niet zien of er een traantje blinkt.

Maken we er een zaak van? Met formulieren en zo? Ach, ik blijf zitten en maak een wegwerpgebaar door het open raampje. Maar mevrouw staat al op straat.

-Goeiemiddag, zeg ik.
-
Bonjour, zegt zij.

We zijn in Brussel. Discussiëren in het Frans, ik heb er geen zin in. Ik puzzel de zin “Vindt u het erg?” in elkaar. Ze vindt het niet erg. Of ze doet alsof, want mijn trekhaak heeft een minuskuul deukje in haar nummerplaat gedrukt en dat is haar niet ontgaan. Haar mantelpakje en de zonnebril in heur haar doen mij vermoeden dat ze het wél erg vindt.

We stappen weer in. De file schuift voort. Ze blijft nog minutenlang in mijn achteruitkijkspiegel zitten. Iets stoort me. Een kleinigheidje. Dat fluovestje over haar passagierszetel. Dat detoneert met die donkerblauwe Saab en dat mantelpakje.

Labels:

3 Comments:

Anonymous Anoniem said...

Koen, ik denk dat je de Bruggeling Jules Van Praet, historicus en raadgever van koning Leopold I oneer bewijst door zijn naam fout te schrijven.

04 juli, 2008 21:57  
Blogger koen fillet said...

Hm. Op de radio hoor je dat dus niet.

04 juli, 2008 22:47  
Anonymous Anoniem said...

Als je "Praat" leest, in een achternaam, kan je er gif op innemen dat het over een Nederlander gaat. En bruggen in België die genoemd zijn naar een Nederlander? Die zijn allicht nog zeldzamer dan straten in Antwerpen die naar een Marokkaan genoemd worden!

09 juli, 2008 09:02  

Een reactie posten

<< Home