woensdag, januari 14, 2009

Dood


Wie vandaag de Knack koopt, die vervolgens negeert ten voordele van Knack Weekend en doorbladert tot de bijna laatste bladzijde, zal hetvolgende lezen. En het antwoord dat Linda Asselbergs heeft geschreven.

Ik laat de valse vrolijkheid van de Kerstmarkt op de Groenplaats achter me en loop de Jan Blomstraat in, dat tochtgat naast de kathedraal. De wind snijdt me de adem af, ik duik weg in de kraag van mijn jas en ik denk: laat ik een glas gaan drinken in de kroeg van de dode cafébaas. Als laatste eerbetoon. Maar de deur is dicht en de rolluiken zijn neergelaten. Een briefje, de inkt een beetje uitgelopen door het condensvocht: gesloten wegens sterfgeval.

Ik hoefde nooit veel tegen hem zeggen. Er zijn niet veel woorden nodig om te worden voorzien van koffie verkeerd. En ook over muziek hoefden we niet te redetwisten. Ik ging akkoord met de platen die hij oplegde. Wie van Chet Baker houdt, is oké. Ik zei dus niks en hij was het altijd met me eens. Hij droogde de glazen nog eens af en ik mocht er gewoon bijzitten. Drinken. Denken. En nu is hij dood.

Gestorven op dezelfde dag als de dode architect, in dezelfde week als de dode Engelse toneelschrijver, in dezelfde maand als de dode pin-up uit Tennessee en in hetzelfde jaar als de duizendjarige dokter en de dode zanger. Er werd vlotjes gestorven in 2008. De dood heeft het druk gehad, Linda.

Ik denk dat ik weet wat het is: de Magere Smeerlap is aan het oefenen om mij te pakken. Het grote werk, vroeg of laat. En hij slaat nooit toe aan het einde van een leven, maar altijd er middenin. Dat is een vooruitzicht dat ik niet verdraag. Want er zal altijd nog iets zijn waarvan ik de afloop wil kennen. Er is altijd nog een vraag die moet worden beantwoord, een regering die moet worden gevormd, een oorlog die moet worden beëindigd. En er gaat altijd nog een kind geboren worden waarvan ik de naam wil kennen. Ik wil uitstel. Eén dag desnoods. De krant van morgen, laat me die nog lezen. Maar de dood onderhandelt niet.

Ik zit dit stukje te schrijven, Linda, en ik weet dat er twee weken verlopen voor het verschijnt. Dat is een eeuwigheid. Ondertussen zal er een nieuw jaar zijn begonnen. Allicht is de kroeg van de dode cafébaas opnieuw open. Weer een briefje aan de deur: nieuwe uitbater. Allicht staan er ondertussen al nieuwe namen op het lijstje van de Dood, Linda. Want hij neemt geen dag vrij omdat het nieuwjaar is, hij trekt zich nergens iets van aan en werkt rustig voort.

Leef ik nog?

Leef jij nog?

Linda?

Labels:

10 Comments:

Anonymous Anoniem said...

Een mooie verwoording van een existentiële angst die bij iedereen aanwezig is die van het leven houdt.

14 januari, 2009 14:55  
Blogger koen fillet said...

Ik leef nog. Linda ook.

14 januari, 2009 15:27  
Anonymous Anoniem said...

Markant dat je - zoals zovelen - de dood het mannelijk geslacht toekent.

Nochtans rekent van Dale ook de dood, zij, goed, terwijl la mort over de taalgrens heen eenduidig féminine is.

Ja, markant, vind ik dat.

14 januari, 2009 17:07  
Anonymous Anoniem said...

"En hij slaat nooit toe aan het einde van een leven, maar altijd er middenin."
Wat raakt die zin mij diep binnenin....

14 januari, 2009 18:41  
Blogger koen fillet said...

Ik trots.

14 januari, 2009 19:08  
Anonymous Anoniem said...

hoor ik daar vrees?
maar wees gerust,dood zijn is niet erg,doodgaan dat kan erg zijn!
er op voorbereid zijn ,dat is moeilijk.
iemand erop voorbereiden dat is zeer intensief en lastig.
ik ben blij dat je het zo kan verwoorden,maar wees blij dat je er niet ganse dagen instaat,meemaakt.
te intensief voor woorden.

15 januari, 2009 09:16  
Anonymous Anoniem said...

Erg schoon stukske!

15 januari, 2009 18:20  
Anonymous Anoniem said...

Schitterend. Zoals steeds.
Bundel dit en je krijgt zowat het beste dat op de Vlaamse markt verschijnt.
Naast Verhulst uiteraard.

BV

17 januari, 2009 13:45  
Anonymous Anoniem said...

Koen, ik heb gisteren het slechte nieuws gekregen van een collega die te jong en te vroeg is heengegeaan. Ik hoop dat het ok is dat ik op zijn memoriam site een stukje uit deze column vrij vertaald heb gepost. Ik wil geen copyright breken, maar de tekst eren. Hij is zeer treffend.

"Death never strikes at the end of a life, but always somewhere in the middle. That scares me.

There is always something I will still want to know the ending to. There will always be a question that still needs to be answered, a war that needs to be ended. There will still be children born whose name I'll want to know.

I want a delay.
Even just one day.

Tomorrows paper, let me just read that.
But death does not negotiate."

17 januari, 2009 18:32  
Blogger Marc Ogiers said...

Ik heb je regelmatig geciteerd als het erover ging de dood onverschrokken tegemoet te treden. "Voor je geboren werd had je van je Niet Bestaan geen last, wat zou je er dan last van hebben na je dood...", zo verwoordde jij het.
Ik zie nu dat je toch ook maar een mens van vlees en bloed bent.
Mooi stukje, bedankt.

20 januari, 2009 11:27  

Een reactie posten

<< Home