Het Goede Lezen
We hadden afgesproken aan het openluchtzwembad in het Boekenbergpark. Marc Reynebeau, Annelies Beck, Filip Huysegems, Eric de Mildt, Annemie Struyf en ik. We zouden twee afleveringen maken van de zomerse boekenrubriek in De Standaard Der Letteren. Zwembroek meebrengen, stond er in het mailtje van Filip.
Het regende en het was koud. Geen zwemweer. Dat beviel me, ik hoefde niet te bekennen dat ik geen zwembroek heb. Maar Annemie Struyf zwemt zelfs als het regent en als het koud is. Een van de komende weken staat het fotografische bewijs daarvan in uw kwaliteitskrant.
Maar we zouden dus over boeken praten. Waarmee werd bedoeld: romans. Ik lees geen romans. Het gezelschap jouwde me uit. Ik ben een non-fictiemens. Ian Kershaw of Jonathan Littell? Ian Kershaw!
Ik had "De Tak van Salzburg" van Atte Jongstra in mijn rugzak gestoken, waarin je heerlijke dingen kan lezen als
Ik vertelde over John Cleves Symmes, een begin-negentiende-eeuwer waarover ik gelezen heb in "Miskend talent" van Paul Collins. Symmes geloofde dat de aarde hol is en dat er aan de binnenkant ook mensachtigen leven. Op de Zuidpool is er een gat waardoor je naar de binnenwereld kan. Zijn leven lang zocht Symmes naar een geldschieter voor een expeditie. Helaas haalde de dood hem in.
Ik vertelde over majoor Remy Brück die het aardmagnetisme heeft bestudeerd en verkondigde dat de opkomst en neergang van volkeren en beschavingen door dat magnetisme wordt gestuurd in cycli van 516 jaar. Matthijs van Boxsel schrijft daarover in zijn "Encyclopedie van de Domheid". Koning Albert werd door de theorieën van Brück gecharmeerd en liet zijn strategie tijdens de eerste wereldoorlog erdoor bepalen. Reynebeau vond dat uiterst interessant.
Ik las een stukje voor uit "The Dying Game" van Melanie King:
Ik had "The Discovery of France" bij, het brillliante boek van Graham Robb, waarin wij vernemen dat terwijl er ontdekkingsreizigers naar de Nieuwe Wereld voeren, grote delen van Frankrijk nog witte plekken waren op de kaart. Dat tot ver in de negentiende eeuw de meeste Fransen geen Frans spraken, en dat expedities naar de Franse binnenlanden ware heldentochten waren. Het boek begint op die dag in 1740 waarop zo'n held door inboorlingen in stukken wordt gehakt. Denk daaraan als u straks over de Route Nationale 7 rijdt.
Over een paar weken staat het nog eens in het lang en het breed in De Standaard.
Het regende en het was koud. Geen zwemweer. Dat beviel me, ik hoefde niet te bekennen dat ik geen zwembroek heb. Maar Annemie Struyf zwemt zelfs als het regent en als het koud is. Een van de komende weken staat het fotografische bewijs daarvan in uw kwaliteitskrant.
Maar we zouden dus over boeken praten. Waarmee werd bedoeld: romans. Ik lees geen romans. Het gezelschap jouwde me uit. Ik ben een non-fictiemens. Ian Kershaw of Jonathan Littell? Ian Kershaw!
Ik had "De Tak van Salzburg" van Atte Jongstra in mijn rugzak gestoken, waarin je heerlijke dingen kan lezen als
"Bij alle deugden die de koe bezit is ze toch eenvoudig gebleven. Ze heeft niet de trots van het paard of de eigengereidheid van het varken. Een koe kijkt de wereld in met een blik van welwillende belangstelling".In mijn volgende leven zal ik een koe zijn.
Ik vertelde over John Cleves Symmes, een begin-negentiende-eeuwer waarover ik gelezen heb in "Miskend talent" van Paul Collins. Symmes geloofde dat de aarde hol is en dat er aan de binnenkant ook mensachtigen leven. Op de Zuidpool is er een gat waardoor je naar de binnenwereld kan. Zijn leven lang zocht Symmes naar een geldschieter voor een expeditie. Helaas haalde de dood hem in.
Ik vertelde over majoor Remy Brück die het aardmagnetisme heeft bestudeerd en verkondigde dat de opkomst en neergang van volkeren en beschavingen door dat magnetisme wordt gestuurd in cycli van 516 jaar. Matthijs van Boxsel schrijft daarover in zijn "Encyclopedie van de Domheid". Koning Albert werd door de theorieën van Brück gecharmeerd en liet zijn strategie tijdens de eerste wereldoorlog erdoor bepalen. Reynebeau vond dat uiterst interessant.
Ik las een stukje voor uit "The Dying Game" van Melanie King:
"Mark Twain claimed to have ridden aboard an Egyptian train whose fuel was 'composed of mummies three thousand years old, puchased by the ton or by the graveyard for that purpose.' He even reported that 'prebeian mummies didn't burn as well as a king'."Geef toe, zulke dingen lees je niet in "Nachttrein naar Lissabon".
Ik had "The Discovery of France" bij, het brillliante boek van Graham Robb, waarin wij vernemen dat terwijl er ontdekkingsreizigers naar de Nieuwe Wereld voeren, grote delen van Frankrijk nog witte plekken waren op de kaart. Dat tot ver in de negentiende eeuw de meeste Fransen geen Frans spraken, en dat expedities naar de Franse binnenlanden ware heldentochten waren. Het boek begint op die dag in 1740 waarop zo'n held door inboorlingen in stukken wordt gehakt. Denk daaraan als u straks over de Route Nationale 7 rijdt.
Over een paar weken staat het nog eens in het lang en het breed in De Standaard.
Labels: boeken