dinsdag, maart 16, 2010

Verhalen en reportages, Stijn Tormans

Stijn Tormans heeft een boek bij elkaar getikt en Meulenhoff Manteau heeft het uitgegeven. Twee sprekers op de boekvoorstelling: Patrick Janssens - dat is straf, want Stijn heeft Janssens ooit geïnterviewd zoals Janssens nog nooit was geïnterviewd - en ik. Dat is niet straf, want ik ben Stijnfan en Stijn weet dat en zijn uitgever weet dat ook. Ik was zenuwachtig. Mijn handen trilden en ik kreeg mijn ademhaling niet onder controle. Belachelijk, want ik spreek elke avond het land toe. Maar een radiopubliek zie je niet staan. Dit waren de woorden waar ik doorheen struikelde:


Ik weet wat de uitgever van mij verwacht. Dat ik schone woorden spreek en zeg dat Stijn Tormans een journalistieke reus is en dat "Verhalen & Reportages" een machtig boek is. Ik weet dat, ik ben al wel eens eerder op een boekvoorstelling geweest.

Stijn Tormans, dames en heren, is een prutser. "Verhalen & Reportages" is eenzijdige emojournalistiek. Dat is niet alleen mijn mening, dat is ook de mening van Herman Balthazar. Neem uw exemplaar er maar bij, bladzijde 106. Mail van de gouverneur: "Het journalistieke genre dat u 'reportage' noemt, meneer Tormans, is geen vrijbrief voor eenzijdige emojournalistiek".

Stijn was naar Zandeken Kermis geweest. 't Zandeken is een dorp in de Gentse kanaalzone dat onteigend is en dat moet verdwijnen. 235 inwoners, Doel in het klein. Zo klein dat het zonder Stijn tussen de journalistieke plooien gevallen zou zijn.

Hij is er vijf dagen gebleven en heeft er dronken nachten beleefd met Roger en André en de drie zussen en Eric De Scheirder die een rode lantaarn aan zijn huis heeft gehangen om krakers te waarschuwen dat er nog iemand woont, en met de vrouw van De Scheirder, de enige die weg wil uit ’t Zandeken, zo rap als ze kan. Ze hebben "Ik zeg u geen vaarwel mijn vriend" gezongen, en verteld over de koeien die ooit tussen de fabrieken hebben gestaan en de jongens die vogeleieren gingen roven en hoe de ploegbaas 's avonds met een oud jachtgeweer zijn eten bij elkaar ging schieten aan 't kanaal en over de Hongaren van café Boedapest en over de Vuile Bende met hun brommers en over de pastoor die een meisje had bezwangerd en over het maanlandschap dat het dorp nu geworden is, waar buldozers door rijden en hoe den ene veel geld heeft gekregen voor zijn huis en den andere bijna niets. En dat ze daar beter over kunnen zwijgen. En dat het allemaal voorbij is nu. Den André wijst naar het zand - of was het de Roger ik wil het kwijt zijn - en zegt "hier moet het geweest zijn dat ik woonde".

"Geachte Heer Tormans", schrijft de gouverneur, "U hebt uw journalistieke plicht verzuimd, u hebt de overheid geen wederwoord gegund. U zegt dat u vijf dagen hebt doorgebracht in 't Zandeken. Een halve dag in mijn bureau had u meer kunnen leren. In deze zaak zijn alle procedures correct gevolgd. Ik verzoek u dit schrijven ter kennis te brengen van uw journalistieke oversten."

Ik zou die mail op de flap gezet hebben, uitgever. Ik kan me geen betere promotekst voorstellen.

Toen Stijn 'Stijn' oprichtte, zijn eenmanspartij, had hij voor zijn partijprogramma maar twee woorden nodig: Ik twijfel. En als hij twee artikels later bij Freddy Thielemans zit, burgemeester van Brussel, om toestemming te vragen voor een eenmansbetoging – want hij wil een stuk schrijven over de betogingendiarree in Brussel - en Thielemans vraagt hem waartégen hij wil betogen, dan zegt Stijn: "Meneer Thielemans, ik twijfel nog".

Vijf bladzijden verder in het boek is die twijfel verdwenen: de eenzame betoger Stijn Tormans heeft zijn toestemming gekregen, staat onder politiebewaking op de trappen van de Beurs in Brussel en steekt een bord omhoog met daarop "Recht - Op - Twijfel!"

Had ik het geweten, ik was komen meebetogen in zijn eenmansbetoging.

Herman Balthazar twijfelt niet. Ik denk dat Freddy Thielemans ook niet twijfelt. Politici twijfelen niet. Dat is overigens een karaktertrekje dat ze gemeenschappelijk hebben met journalisten. Ook journalisten twijfelen zelden. En al zeker niet aan zichzelf. Voor de volle waarheid: lees mijn commentaarstuk. Laat u niet vangen door de spindokters: luister naar de wetstraatwatcher.

Ik word daar zo moe van, van al die stelligheid en van al die zekerheid en van al die meningen. De wereld gaat aan meningen tenonder. En dan ben ik blij dat Stijn Tormans bestaat. Hij noemt zichzelf in de allereerste zin van zijn boek een spijbelaar. Hij lummelt maar wat rond, hij luistervinkt, vangt een interessante zin op. Meestal levert dat niks op, soms levert dat verhalen en reportages op. Maar nooit, klaagt hij, nooit kan ik er zoals mijn collega's zo vaak doen "exclusief" boven zetten, of "historisch" of "dramatisch".

Ik vind van wel, Stijn. Tenminste één stuk in je boek is historisch. Het stuk dat begint op een ochtend onder je douche. Stijn, dames en heren, hoorde Lisbeth Imbo op de radio Yves Leterme interviewen. "Ik ben kandidaat premier", zei Leterme. "Ik ook", zei Stijn. En hij richtte de eenmanspartij Stijn op.

Hij schrijft daar vier stukken over in Knack waar voor mijn part “Historisch” boven had mogen staan. Stijn haalt met zijn partijtje alle kranten, ik denk zelfs de internationale pers, of toch in elk geval de nationale radio. In volle sperperiode. Dat is uitdrukkelijk verboden, enkel de nieuwsdienst mag zes weken voor de verkiezingen politici interviewen. Stijn zat in Wilde Geruchten, de allereerste keer dat zoiets gebeurde, een politicus in een programma dat zichzelf niet ernstig neemt, laat staan zijn gasten, op een zucht van de verkiezingen. Historisch. Dat er geen ontslag volgde voor de programmamakers heeft er enkel en alleen mee te maken dat niémand Stijn ernstig nam, ook Jos Bouveroux niet, toen nog hoofdredacteur.

En toch heeft hij het land even doen bibberen van schrik met zijn eenmanspartijtje. Want stél dat hij verkozen werd, en stél dat hij vervolgens had gezegd dat het maar om te lachen was, ik ga niet in de senaat zitten, zijde zot, en stél dat zijn opvolgers ook hadden bedankt voor de eer, en die kans was reëel want Stijn was zijn eigen opvolger, dan moesten de verkiezingen worden overgedaan. Weeral historisch! Enkel Leon Degrelle heeft het Stijn voorgedaan, in 1937. Heel eventjes, dames en heren, was Stijn Tormans de machtigste journalist van het land. Stel u voor: nieuwe verkiezingen zouden de begroting 8,5 miljoen euro hebben gekost. Respect! Dank u Stijn, wij zijn blij dat je niet verkozen werd.

Dames en heren. Stijn Tormans, spijbelaar, lummelaar, emojournalist, mislukt premier, schertsbetoger, prutser, is een machtig journalistiek ouvre bij elkaar aan het typen. Het bewijs daarvan, 317 bladzijden dik, is verkrijgbaar achteraan in deze zaal.